Werken met casussen
Intro
de casus zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: ['kazʏs] Verbuigingen: casus|sen (meerv.) geval, gebeurtenis, vooral als voorbeeld om te bestuderen of om van te leren Voorbeelden: `een casus uit de praktijk`, `een leerzame casus behandelen` ...
Een goede casus...
… een casus die zich echt heeft afgespeeld. Het voordeel hieraan is
vooral dat de opleider achteraf kan zeggen wat de oplossing in werkelijkheid
was (en de eventuele gevolgen daarvan).
… een casus die zowel relevante als irrelevante informatie voor het oplossen van het probleem bevat. Irrelevante informatie kan bijvoorbeeld zijn: acties of kenmerken van een persoon die niet belangrijk zijn. Ook wanneer men een probleem in de praktijk moet oplossen, is deze irrelevante informatie aanwezig.
.… een casus die voldoende informatie over de context, personen, de handelingen van deze personen bevat.
… een casus die niet te moeilijk en niet te gemakkelijk is. Een te makkelijke casus is een casus waarop cursisten onmiddellijk een antwoord kunnen bedenken. Een te moeilijke casus is een casus waarvan cursisten niets kunnen maken.
… een casus waaraan enkele interessante theorieën, concepten en kennis kan worden gelinkt.
… een casus die zowel een hoofdthema/hoofdprobleem bevat en daarnaast enkele randproblemen.
… een casus die interesse opwekt bij de lerende, die de lerende uitdaagt en nuttig is voor zijn/haar werkpraktijk.
… een casus die in zijn opgave geen oplossing bevat.
… een casus die zowel relevante als irrelevante informatie voor het oplossen van het probleem bevat. Irrelevante informatie kan bijvoorbeeld zijn: acties of kenmerken van een persoon die niet belangrijk zijn. Ook wanneer men een probleem in de praktijk moet oplossen, is deze irrelevante informatie aanwezig.
.… een casus die voldoende informatie over de context, personen, de handelingen van deze personen bevat.
… een casus die niet te moeilijk en niet te gemakkelijk is. Een te makkelijke casus is een casus waarop cursisten onmiddellijk een antwoord kunnen bedenken. Een te moeilijke casus is een casus waarvan cursisten niets kunnen maken.
… een casus waaraan enkele interessante theorieën, concepten en kennis kan worden gelinkt.
… een casus die zowel een hoofdthema/hoofdprobleem bevat en daarnaast enkele randproblemen.
… een casus die interesse opwekt bij de lerende, die de lerende uitdaagt en nuttig is voor zijn/haar werkpraktijk.
… een casus die in zijn opgave geen oplossing bevat.
Hoe organiseren?
Bereid een aantal vragen voor en stuur deze eveneens op voorhand door. Tip 1: Zorg dat deze nauw gerelateerd zijn aan de cursus en de casus. Tip 2: Je kan zowel open als gesloten vragen stellen. Tip 3: Formuleer de vragen over de casus zo dat lerenden geneigd zijn op ontdekking te gaan door bijvoorbeeld externe bronnen te raadplegen. |
Werken met casussen in het licht van het sociaal-constructivisme
Vaak worden casussen meteen klassikaal opgelost (zie ook bovenstaand filmpje). Bij kleine groepen is dit mogelijk. Echter, bij grote groepen is het interessant de lerenden eerst in kleine groepen te laten uitwisselen over mogelijke oplossingen om pas nadien deze verschillende uitkomsten met de gehele groep te bespreken.
Waarom werken met casussen?
1) Een casus verbindt abstracte theorieën met de praktijk. Hoe meer zulke koppelingen tot stand komen, hoe meer kans dat lerenden deze kennis gaan onthouden en op andere momenten toepassen. |
|
Uitdagingen en valkuilen
·
Cursisten hebben de casus niet op voorhand
gelezen.
· De opleider wil te snel de studenten helpen en geeft te veel hints.
· Een paar studenten nemen tijdens de bespreking telkens het woord.
· Er wordt bij het bespreken uitgeweid over zaken die niet met de casus gelinkt zijn.
· De opleider geeft te snel zijn mening over de oplossing prijs.
· De opleider wil te snel de studenten helpen en geeft te veel hints.
· Een paar studenten nemen tijdens de bespreking telkens het woord.
· Er wordt bij het bespreken uitgeweid over zaken die niet met de casus gelinkt zijn.
· De opleider geeft te snel zijn mening over de oplossing prijs.