Probleemgestuurd leren
Wat is probleemgestuurd leren?
Waarom probleemgestuurd leren inzetten?
Lerenden gaan actief aan de slag.
Lerenden zijn meer intrinsiek gemotiveerd, betrokken en geïnteresseerd.
Lerenden krijgen meer vertrouwen om zelf beslissingen te nemen.
Lerenden leren initiatief nemen.
Samenwerkingsvaardigheden verbeteren.
Lerenden leren hun werk organiseren.
Lerenden leren informatie opzoeken, rapporteren en presenteren.
Lerenden leren constructief meebouwen aan een oplossing.
Lerenden leren zich kritisch opstellen.
Lerenden krijgen inzicht in de samenhang van verschillende verschijnselen.
Lerenden behalen, in vergelijking met lerenden uit een traditionele setting, betere scores op eindevaluaties.
Lerenden zijn meer intrinsiek gemotiveerd, betrokken en geïnteresseerd.
Lerenden krijgen meer vertrouwen om zelf beslissingen te nemen.
Lerenden leren initiatief nemen.
Samenwerkingsvaardigheden verbeteren.
Lerenden leren hun werk organiseren.
Lerenden leren informatie opzoeken, rapporteren en presenteren.
Lerenden leren constructief meebouwen aan een oplossing.
Lerenden leren zich kritisch opstellen.
Lerenden krijgen inzicht in de samenhang van verschillende verschijnselen.
Lerenden behalen, in vergelijking met lerenden uit een traditionele setting, betere scores op eindevaluaties.
Hoe organiseren? -
Probleemtaak ontwerpen
In eerste stap die je als tutor neemt bij het organiseren van probleemgestuurd leren is het ontwikkelen van een probleemtaak.
Een probleemtaak is...
...een neutrale beschrijving van een aantal gebeurtenissen of verschijnselen die een bepaalde link met elkaar hebben en waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn.
Belang goede probleemtaak
Het nauwgezet ontwikkelen van probleemtaken is zeer belangrijk! Hoe hoger de kwaliteit van de taak is, hoe beter de groepen functioneren, hoe meer tijd de lerenden besteden aan zelfstudie, en hoe meer belangstelling ze ontwikkelen voor het thema!
Soorten probleemtaken
Allereerst dien je te beslissen welk soort probleemtaak van toepassing is binnen jouw opleiding. Naargelang deze keuze zal de probleemtaak een andere doelstelling beoogen:
1) Een discussietaak heeft als doel een kritische mening te leren vormen.
2) Een toepassingstaak heeft als doel te testen of lerenden over bepaalde kennis beschikken
3) Een strategietaak heeft als doel praktijksituaties na te bootsen waarin men de lerende vraagt stratgisch na te denken (lijkt het meest op cases).
Vuistregels bij het ontwikkelen van een probleemtaak:
(1): Ontwerp een sprekende titel.
(2): Gebruik concrete termen en ‘gewone' taal.
(3): Tracht het probleem zoveel mogelijk aan te passen aan de voorkennis van de lerenden.
(4): Maak het probleem zo kort mogelijk. Te veel cues maakt het probleem te lang en bovendien onnodig complex.
(5): Ontwerp een probleemtaak dat net iets boven het kennisniveau van de lerenden ligt.
(6): Probeer een te nauw of te breed probleem te vermijden. Te nauwe problemen zorgen voor een te snelle oplossing. Een te breed probleem zorgt voor overbelasting van de lerenden.
(7): Als laatste dien je te zorgen voor een duidelijk instructie: wat dienen de lerenden met het probleem te doen: vertellen hoe zij zouden handelen? Een oplossing bedenken? Mensen bevragen om informatie te verzamelen? Etc.
Een probleemtaak is...
...een neutrale beschrijving van een aantal gebeurtenissen of verschijnselen die een bepaalde link met elkaar hebben en waarbij meerdere oplossingen mogelijk zijn.
Belang goede probleemtaak
Het nauwgezet ontwikkelen van probleemtaken is zeer belangrijk! Hoe hoger de kwaliteit van de taak is, hoe beter de groepen functioneren, hoe meer tijd de lerenden besteden aan zelfstudie, en hoe meer belangstelling ze ontwikkelen voor het thema!
Soorten probleemtaken
Allereerst dien je te beslissen welk soort probleemtaak van toepassing is binnen jouw opleiding. Naargelang deze keuze zal de probleemtaak een andere doelstelling beoogen:
1) Een discussietaak heeft als doel een kritische mening te leren vormen.
2) Een toepassingstaak heeft als doel te testen of lerenden over bepaalde kennis beschikken
3) Een strategietaak heeft als doel praktijksituaties na te bootsen waarin men de lerende vraagt stratgisch na te denken (lijkt het meest op cases).
Vuistregels bij het ontwikkelen van een probleemtaak:
(1): Ontwerp een sprekende titel.
(2): Gebruik concrete termen en ‘gewone' taal.
(3): Tracht het probleem zoveel mogelijk aan te passen aan de voorkennis van de lerenden.
(4): Maak het probleem zo kort mogelijk. Te veel cues maakt het probleem te lang en bovendien onnodig complex.
(5): Ontwerp een probleemtaak dat net iets boven het kennisniveau van de lerenden ligt.
(6): Probeer een te nauw of te breed probleem te vermijden. Te nauwe problemen zorgen voor een te snelle oplossing. Een te breed probleem zorgt voor overbelasting van de lerenden.
(7): Als laatste dien je te zorgen voor een duidelijk instructie: wat dienen de lerenden met het probleem te doen: vertellen hoe zij zouden handelen? Een oplossing bedenken? Mensen bevragen om informatie te verzamelen? Etc.
Hoe organiseren? -
Stappenplan lerenden: de zevensprong
De zevensprong is het meest gekende handvat voor lerenden voor het oplossen van probleemtaken. Je kan de uitleg van deze zeven stappen eveneens vinden in het filmpje hierboven.
Rapporteer: bespreek wat je
gevonden hebt, structureer
de informatie, onderscheid
hoofd-en bijzaken.
gevonden hebt, structureer
de informatie, onderscheid
hoofd-en bijzaken.
Hoe ziet mijn rol als tutor eruit?
(1): Beperk
jouw spreektijd. Lerenden dienen
zelf kennis te construeren.
(2): Moedig lerenden aan hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden.
(3): Zorg voor structuur door de zevensprong aan te bieden aan de lerenden.
(4): Moedig lerenden aan om te reflecteren over hun vooruitgang.
(5): Toon je betrokkenheid, enthousiasme en motivatie voor deze werkvorm.
(6): Stel uitdagende vragen.
(7): Contrasteer de visie van lerenden, zo kom je tot diepgaande gesprekken.
(8): Ga geleidelijk aan over van model (activiteiten voortonen, voorbeeldje geven) naar coach (enkel tussenkomen wanneer je merkt dat iets misloopt).
(9): Wees aandachtig voor de groepsdynamiek en de leerprocessen.
(10): Geef waarderende feedback.
Conclusie: jouw rol is van groot belang!
(2): Moedig lerenden aan hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden.
(3): Zorg voor structuur door de zevensprong aan te bieden aan de lerenden.
(4): Moedig lerenden aan om te reflecteren over hun vooruitgang.
(5): Toon je betrokkenheid, enthousiasme en motivatie voor deze werkvorm.
(6): Stel uitdagende vragen.
(7): Contrasteer de visie van lerenden, zo kom je tot diepgaande gesprekken.
(8): Ga geleidelijk aan over van model (activiteiten voortonen, voorbeeldje geven) naar coach (enkel tussenkomen wanneer je merkt dat iets misloopt).
(9): Wees aandachtig voor de groepsdynamiek en de leerprocessen.
(10): Geef waarderende feedback.
Conclusie: jouw rol is van groot belang!
Uitdagingen en valkuilen
Wees je bewust van het feit dat deze vorm van leren
zowel voor jou als voor de lerenden intensief is.
Bepaalde lerenden komen de afspraken niet na.
Bepaalde lerenden willen hun kennis opdringen.
Bepaalde lerenden luisteren niet naar elkaar
en/of staan niet open voor ideeën van anderen.
De rapportage gebeurt chaotisch, er ontstaat verwarring.
De groep focust zich te veel op één aspect van de taak.
zowel voor jou als voor de lerenden intensief is.
Bepaalde lerenden komen de afspraken niet na.
Bepaalde lerenden willen hun kennis opdringen.
Bepaalde lerenden luisteren niet naar elkaar
en/of staan niet open voor ideeën van anderen.
De rapportage gebeurt chaotisch, er ontstaat verwarring.
De groep focust zich te veel op één aspect van de taak.
Tips
(1): Geef bij het begin van het invoeren van PGO steeds een aantal suggesties voor bronnen.
(2): Wanneer je denkt dat de cursisten meer houvast nodig hebben, kan je zelf literatuur aanbieden voor de zelfstudie.
(3): Werk indien mogelijk samen met collega’s.
(4): Neem tijd voor het ontwikkelen van de probleemtaken.
(5): Maak je titel niet té veelzeggend.
(6): Groepen van 6-8 deelnemers zijn ideaal. Dit verlaagd de werkdruk in vergelijking met groepen van slechts 2 of 3 studenten. Indien gewenst kan er dan per 2 gewerkt worden tijdens de fase van de zelfstudie.
(7): Laat de groepsleden bij elke bijeenkomst een gespreksleider, een samenvatter/notulist en een verslaggever aanduiden.
Het verschil tussen werken met casussen en probleemgestuurd leren
Het grootste verschil tussen een casus en probleemgestuurd leren is het feit dat bij het werken met casussen, de casus het eindpunt is van het leerproces. Hierbij stelt de opleider zich de vraag: ‘kunnen de cursisten de leerstof toepassen op deze casus?’. Bij probleemgestuurd leren vormt het de probleemtaak zowel het begin als het einde van het leerproces. De lerenden verwerken bijvoorbeeld een geheel thema aan de hand van PBL.
Daarnaast heeft een casus over het algemeen een grotere omvang dan een probleemtaak bij probleemgestuurd leren.
Daarnaast heeft een casus over het algemeen een grotere omvang dan een probleemtaak bij probleemgestuurd leren.
Ervaringen van tutoren en lerenden
Tutor - "In probleemgestuurd onderwijs gaat het erom dat studenten zelfwerkzaam zijn. Als tutor moet je dus zo veel mogelijk alles aan de studenten overlaten." |
Tutor - "Het is fascinerend om te zien hoe de studenten zo zelf veel dingen ontdekken. Vaak heb je als tutor de neiging om te snel in te grijpen. Als je even wacht, ontdek je dat ze er zelf vaak wel uitkomen." |