Time to energize your learning!
  • Home
  • Inleiding
  • Energizers & icebreakers
    • Inleiding
    • Icebreakers
    • Energizers
  • Activerende werkvormen
    • Inleiding
    • Jigsaw
    • Werken met casussen
    • Probleemgestuurd leren
    • Rollenspel
  • Bronnen
    • Energizers & icebreakers
    • Activerende werkvormen

Voorbeelden energizers


Fruitsalade

Foto
De begeleider vraagt aan de groep een aantal fruitsoorten op te noemen (naargelang het aantal deelnemers, bv. 1 fruitsoort per 4 deelnemers). Elk van de deelnemers wordt één van deze fruitsoorten. Maak een cirkel met stoelen en laat de deelnemers plaatsnemen. Eén deelnemer zit niet neer, maar stelt zich op in het midden van de cirkel. Deze persoon roept één of meerdere fruitsoort(en), waarop alle deelnemers van deze fruitsoort wisselen met een soortgenoot. De persoon in het midden probeert op dat moment snel op een lege plaats te gaan zitten. Diegene die geen stoel heeft kunnen bemachtigen, gaat nu in het midden van de cirkel staan en noemt opnieuw één of meerdere fruitsoort(en) (1).
Tip: vervang fruit door werkgerelateerde onderwerpen (werkdomein, anciënniteit,...)
Doel: energieniveau verhogen
 

Tijdsbesef

Picture
Laat de lerenden hun horloge uitdoen. Vraag hen 1 minuut stil te zijn. Wanneer zijn denken dat de minuut om is, staan ze recht. Wie heeft het beste besef van tijd (9)?
Doel: energieniveau verhogen



Levende memory

Foto
Laat één (oneven groepsaantal) of twee lerenden (even groepsaantal) op de gang staan. De ander lerenden vormen duo’s en spreken een gebaar af. Wanneer dit is afgesproken leggen ze hun handen op de benen en komt/komen de andere lerende(n) terug in de ruimte. Deze krijgt/krijgen nu de kans telkens twee zittende leerlingen aan te wijzen die hun gebaar moeten laten zien. Zijn de gebaren hetzelfde is er één punt verdiend (9).
Doel: energieniveau verhogen


Wat doen zij?

Foto
Verdeel de lerenden in groepjes. Laat deze groepjes om de beurt iets uitbeelden (houdingen, gebaren en mimiek). De anderen raden wat er precies wordt uitgebeeld (9).
Tip: je kan de deelnemers iets laten uitbeelden dat gelinkt is met de leerstof.
Doel: energieniveau verhogen


Het alfabet

Picture

Laat de lerenden zo snel mogelijk een rij vormen waarin ze in alfabetische volgorde staan. Dit kan zijn volgens naam, volgens woonplaats, werkplaats, werkdomein,… (9).
Doel: energieniveau verhogen


Getallenverhaal

Foto
Laat één van de lerenden een verhaal vertellen waarin zoveel mogelijk getallen verwerkt zitten. Maak op voorhand de som van de getallen. De anderen luisteren zo goed mogelijk en tellen de getallen bij elkaar op. Op het einde vraag je de anderen: ‘wat is de som van de getallen uit het verhaal van x?’. Degene die het juiste getal heeft wint (10).
Tip: verwerk meerdere getallen in één zin.
Doel: energieniveau verhogen


Wie is het?

Picture
De lerenden gaan in een cirkel zitten. Één van de lerenden neemt een andere lerende in gedachten. Nu mag de groep raden over welke lerende het zou gaan. Hiervoor mogen zij enkel ja-nee vragen stellen. Diegene die de juiste persoon raadt, mag nu zelf een andere persoon in gedachten nemen (10).
Tip: Je kan in plaats van een persoon ook een woord in gedachten laten nemen dat betrekking heeft op de leerstof.
Doel: energieniveau verhogen


Ideale leeromgeving

Foto
De lerenden krijgen de kans het lokaal waarin ze les krijgen aan te passen aan hoe zij denken dat dit de ideale leeromgeving zou zij. De begeleider stelt een tijd voorop waarin deze opdracht voltooit dient te worden (1).
Doel: bewegen en creatie in groep



Wat is anders?

Picture
De cursisten vormen koppels en staan eerst met het gezicht naar elkaar. Nadien draaien ze zich om en veranderen elk iets aan zichzelf (bijvoorbeeld: veters losmaken, één oorbel verwijderen, mouwen omhoog stroppen, etc.). Waarna de deelnemers zich opnieuw naar elkaar toe draaien en trachten te raden wat er precies veranderd is aan de andere (1).
Doel: energieniveau verhogen



Verbeelding

Foto
Er worden kleine groepen gevormd. De begeleider maakt op voorhand een paar papiertjes met een aantal onderwerpen op. Één groepslid van elke groep komt naar voor. De begeleider toont hen een papiertje met een onderwerp (bijvoorbeeld: feest, angst, stress, leidinggevende,...). Deze personen gaan elk terug naar hun groep en beelden deze onderwerpen in stilte uit. De anderen raden het onderwerp. Wanneer een groep het antwoord gevonden denkt te hebben roepen deze “STOP”. Zij geven het antwoord. Als het antwoord juist is wordt het spel herhaald, maar met een andere uitbeelder. Als het antwoord niet juist is, wordt hetzelfde onderwerp verder uitgebeeld. Het groepje dat het eerst het juiste antwoord heeft, krijgt een punt (3).
Doel: energieniveau verhogen
Benodigdheden: papiertjes met onderwerpen


Linken

Picture
De begeleider en de lerenden gaan in een kring zitten. De begeleider of een lerende zegt een woord, diegene die naast deze persoon zit noemt een woord dat hij/zij hiermee associeert. Nu doet de derde persoon dit voor het woord van de tweede persoon, enzovoort. Uiteindelijk ontstaat een woordenketting. Voorbeeld: ijs, zon, vakantie, strand, hitte, woestijn,... (1).
Variatie: maak de woordenrij meer inhoudelijk door deze bijvoorbeeld te linken met een thema uit de opleiding.
Doel: energieniveau verhogen

Beroemd

Picture
Elke lerende krijgt een sticker met de naam van de helft van een beroemd duo op zijn rug geplakt. Nu krijgen de lerenden de kans vragen aan elkaar te stellen om er zo achter te komen wie ze zijn en de andere helft van het duo op te zoeken. Hiervoor mogen zij uitsluitend ja-nee vragen stellen en niet expliciet vragen naar een naam (bv. ben ik..?). Voorbeelden van bekende duo’s: Bert & Ernie, Knabbel en Babbel, Nicole & Hugo, Adam & Eva, Romulus & Remus, mes en vork,… (12).
Doel: energieniveau verhogen


Menselijke figuren

Foto
De deelnemers vormen groepen van vier of vijf. De begeleider vraagt hen een figuur te maken. Bijvoorbeeld: ‘maak een vierkant’. De uitdaging ligt hem in het zo snel mogelijk vormen van deze figuren en in het feit dat de deelnemers niet mogen praten. De groep die het snelst de figuur vormt, krijgt een punt (3).

Andere voorbeelden:  vierkant, slang, trapezium, ruit, letter A, cijfer 10,... 
Doel: energieniveau verhogen


Geklutst

Foto
De lerenden vormen groepjes van vier. Persoon A staat in het midden. Persoon B staat voor persoon A. Persoon C rechts van persoon A. Persoon D links van persoon A. Het brein van persoon A, die in het midden staat, wordt nu een minuut lang geklutst (3)!     
- Persoon B maakt bewegingen, persoon A doet de bewegingen na.   
- Persoon C stelt persoonlijke vragen (bv. hoe oud ben je? Waar woon je? Wat zijn je hobby’s, Hoe lang werk je al? Waar zat je in het middelbaar op school? Etc.), persoon A beantwoordt deze vragen.    
- Persoon D bedenkt eenvoudige rekensommetjes, persoon A geeft de oplossing. 
Doel: energieniveau verhogen
Benodigdheden: chronometer/horloge


Verhaal

Foto
Laat de groep in een kring zitten. Verzin een onderwerp. Dit kan een luchtig onderwerp zijn, maar kan ook een onderwerp zijn dat betrekking heeft op de leerstof. De groep verzint samen een verhaal rond het opgegeven onderwerp. De opbouw van het verhaal wordt bepaald door een aantal kernwoorden. Iedereen bedenkt één woord en schrijft dit op (bijvoorbeeld op een post-it), waarna deze woorden aan elkaar gekoppeld worden en het verhaal ontstaat. Moedig de deelnemers aan deze oefening op een snel tempo te doen. Je kan bijvoorbeeld gebruik maken van een timer (11).
Tip: je kan beginnen met een luchtig onderwerp om nadien deze oefening toe te passen op de leerstof.
Doel: energieniveau verhogen, kennis en inzicht toetsen

Vraag en antwoord

Picture
Maak een kom met vragen omtrent de lesinhoud. De lerenden vormen duo’s. Elk duo trekt een vraag en bespreekt deze kort. Nadien leest elk duo zijn vraag voor en geeft een passend antwoord. De rest van de groep krijgt de mogelijkheid hierop te reageren (7).
Tip: Je kan de lerenden ook zelf vragen laten ontwerpen. Wanneer zij de eigen vraag trekken, mogen zij opnieuw een vraag trekken. 
Doel: kennis en inzicht toetsen
Benodigdheden: kom, papier.


Afvalrace

Picture
Als opleider bedenk je een tien tot dertig vragen met betrekking tot de lesinhoud. Daarnaast ontwerp je kaartjes met A, B en C erop. Je kan alle kaartjes met dezelfde letter dezelfde kleur geven. Eens in de klas wordt één van de lerenden geblinddoekt of gaat vooraan met de rug naar de rest van de groep zitten. Je stelt een vraag aan de groep en laat iedereen zijn kaartje opsteken, met als laatste de persoon die uitgekozen is. Wanneer de uitgekozen persoon het antwoord juist heeft, speelt hij verder tegen de andere lerenden die ook het correcte antwoord gaven. Wanneer deze uitgekozen persoon een fout antwoord geeft, neemt een andere lerende zijn plaats in. Welke van de uitgekozen lerenden zal de rest van de groep verslaan? (Principe zoals het programma 1 tegen 100) (6).
Tip: 
  • Je kan de vragen en antwoorden projecteren via een powerpoint 
  • Bespreek het antwoord telkens met de groep. Vraag iemand: “Waarom denk je antwoord…?"
Doel: kennis en inzicht toetsen
Benodigdheden: gekleurd papier, (blinddoek)
Beperkingen: te kleine groep

Zoek de fout...

Picture
Verdeel de lerenden in duo’s (of bij grotere groepen per drie/per vier). Laat elk van de groepen een verhaal ontwerpen van maximum twee minuten over de leerstof waarin zij één fout verwerken. De groepen stellen nu elk om beurt hun verhaal voor, de anderen raden wat precies fout is aan het verhaal (5).
Tip: maak bij weinig tijd of grotere groepen, grotere subgroepen dan twee lerenden.
Doel: kennis en inzicht toetsen


Stellingenspel

Picture
Hang twee grote papieren op: één aan de ene kant van het lokaal met ‘eens’ en één aan de andere kant van het lokaal met ‘oneens’. Lees een stelling voor en laat de deelnemers een positie innemen. Vraag nu naar toelichting van de ingenomen positie aan twee of drie deelnemers. Je kan dit doen met zo veel stellingen als je zelf wil, naargelang de beschikbare tijd (7). 
Doel: ijs breken, energieniveau verhogen, kennis en inzicht toetsen.
Benodigdheden: twee grote papieren, stiften, plakband


Signaal

Foto
De deelnemers en de begeleider nemen elkaars hand vast en vormen een kring. De begeleider geeft nu een fysiek signaal door (bijvoorbeeld: één keer knijpen in de hand van diegene naast hem). Dit signaal wordt doorgegeven in de kring. Wanneer dit signaal een paar keer is rondgegaan, introduceert de begeleider een nieuw signaal. Deze keer een verbale boodschap (bijvoorbeeld: ‘wanneer is het pauze’). Dit signaal vertrekt langs de andere kant. Op die manier kruisen de twee boodschappen elkaar. Wanneer de deelnemers dit wat geoefend hebben, vertrekt een derde signaal (bijvoorbeeld de verbale boodschap: ‘ik heb honger’). Dit signaal loopt opnieuw in dezelfde richting als het eerste signaal. Het tegelijkertijd doorgeven van deze drie signalen, zorgt zeker voor gelach bij de deelnemers!
Doel: concentratie verhogen, energieniveau verhogen


Welke groep?

Foto
Vul een plateau met snoepjes of koekjes die net zoveel koekjes bevat als het aantal lerenden en net zoveel soorten/kleuren naargelang het aantal groepen die je wil vormen. Laat iedere lerende bij het binnenkomen een koekje/snoepje kiezen en vraag hen dit nog niet op te eten. Vertel nadien dat iedereen met hetzelfde koekje/snoepje in dezelfde groep zit. Vraag de lerenden hun groepsleden te zoeken (5).
Tip: je kan andere alternatieven bedenken voor snoepjes/koekjes: touwtjes, knikkers,...
Doel: groepen vormen
Benodigdheden: snoepjes/koekjes, plateau/bord/…
Beperkingen/uitdagingen: je weet best op voorhand hoeveel deelnemers bij benadering aanwezig zullen zijn.

Puzzelen

Foto
De begeleider neemt een aantal foto’s mee en knipt deze in stukken naargelang het aantal deelnemers (bijvoorbeeld: 30 cursisten, 6 foto’s in 5 stukken geknipt). Nu proberen de cursisten de puzzel te vervolledigen (1).
Doel: samenwerking, in beweging komen of indelen in groepen (de puzzels vormen de groepen).
Benodigdheden:
foto/kaartje/flyer
Beperkingen: voornamelijk geschikt voor iets grotere groepen aangezien dit de uitdaging om de juiste puzzel te maken vergroot (meer puzzelstukken).


Soortgenoten

Picture
De begeleider plakt een gekleurde sticker op het voorhoofd van elke deelnemer. De cursisten moeten nu op zoek naar hun kleurgenoten, maar in stilte (1)!
Doel: indelen in groepen voor een groepswerk 
Benodigdheden: stickers in verschillende kleuren (aantal kleuren afhankelijk van aantal gewenste groepen).


Ysaline Desmet